28 MAART 2002: TWEE JAAR LATER

Vandaag was het alweer twee jaar geleden. Wat gaat dat toch allemaal snel. Een jaar is natuurlijk niets.

Wat is er allemaal gebeurd na het beëindigen van de training in Rotterdam?

Ik ga nog steeds éénmaal per week naar therapie in Delft en fiets dan drie kwartier. Ik fiets vijf minuten in op weerstand 90, vervolgens een half uur op weerstand 140 en vervolgens fiets ik 10 minuten uit op weerstand 95. Daarna doe ik mee aan de cooling-down. Het fietsen gaat goed, alleen begin ik er na twee jaar de therapie, een beetje de balen van te krijgen. Maar ja, ik moet het gewoon doen om mijn conditie op peil te houden. Als ik thuis een hometrainer neer ga zetten, dan weet ik dat ik niet iedere week ga fietsen. Er is natuurlijk telkens wel een smoesje te verzinnen om er onder uit te komen. En naar Delft móet ik gewoon toe, omdat ze daar op je rekenen.

Ik voel me toch wel steeds iets beter: minder snel moe en als ik moe ben, herstel ik veel sneller. Het gevoel in mijn voeten is wel iets beter, maar het voelt nog steeds verdoofd.

Wat heb ik verder nog voor restverschijnselen:

- mijn handen voelen vaak stijf aan en ook het schrijven gaat de ene keer beter dan de andere keer. Als ik snel moet schrijven gaat het zo wie zo niet en krijg ik kramp in mijn hand.

- Lopen gaat wel goed, maar toch nog niet écht lange afstanden.

- Op de een of andere manier gaat in en uit de auto stappen nog steeds een beetje onhandig. Soms kan ik er zo uitstappen, de andere keer moet ik mezelf er uit duwen.

- En als ik op mijn knieën zit of op de grond ga zitten om bijv. de krant te lezen, kom ik nog steeds moeilijk overeind.

- En ik heb het idee, dat ik meer last van mijn heupen krijg. In het ziekenhuis kon ik niet lang op mijn zij liggen en ze dachten toen dat ik artrose in mijn heupen had. Eigenlijk heb ik er daarna niet zoveel last van gehad, maar nu lijken mijn heupen wat pijnlijker, vooral de rechter. Ook kan ik niet lang in één bepaalde houding staan.

- Ik merk ook dat ik minder geduldig ben en sneller aangebrand. Voorheen kregen ze me niet op de kast en kon ik bergen werk aan, nu wordt ik sneller stressig (of pissig).

Nog altijd moet ik dingen, die ik wil gaan doen, verdelen over de dag. Als ik teveel achter elkaar doe, ben ik bekaf. Drie weken geleden had ik gewoon weer teveel gedaan (want je denkt dan, dat het wel weer kan) en had ik weer een slechte week, eigenlijk twee slechte weken. Gewoon weer erg moe en ik leek wel kortademig en zag overal tegenop. Dan weet je dat je jezelf weer een beetje in acht moet nemen.

Werken doe ik nu 20 uur per week: ik begin om 09.30 uur tot 15.15 uur en neem 45 minuten pauze. En dat gaat naar mijn gevoel wel goed. Ook hier merk ik weer, dat ik tegen het eind van de week moeier begin te worden. Toch wil ik binnenkort gaan proberen om drie dagen tot 16.00 uur te gaan werken, dat is in ieder geval dan al weer 2.15 uur meer per week. De vrijdag heb ik nog steeds vrij gehouden en die dag plus het weekend heb ik eigenlijk wel nodig ook om bij te komen.

Al met al gaat het dus eigenlijk wel goed met me en ben ik zeker niet ontevreden. Wel hou ik nog steeds de woorden van de neuroloog in mijn achterhoofd: "Kijk uit dat je niet teveel doet, want je kan nog steeds een terugval krijgen en luister goed naar je lichaam.". En op een terugval zit ik natuurlijk helemaal niet op te wachten.

Juni 2002

Terug naar index Johan

Terug naar de hoofdindex